De leestekens

Vraagteken, uitroepteken, haakjes en beletselteken

Wil je nog een snoepje?
Je wilt toch nog een snoepje?

  • Je schrijft een vraagteken na een directe vraag.

Kom hier! Ga zitten! Luister! Wat een troep!

  • Je schrijft een uitroepteken na een uitroep, een bevel of een emotionele zin.

Op school krijgen we veel vakken: Nederlands, Frans, Engels, wiskunde, aardrijkskunde, …
Ze zou komen, maar …
De deur ging krakend open… Een hand wam langzaam tevoorschijn. Een kille lach weerklonk door de villa… Ik luisterde aandachtig…

  • Als de opsomming nog niet af is, het beletselteken is hetzelfde als “enz.”
  • Als de gedachte niet af is.
  • Om de spanning in een verhaal te verhogen..

De VN (Verenigde Naties) kwamen in actie.
Gezocht: vingervlugge typist(e)

We gebruiken haakjes

  • Om iets te verklaren
  • als er een keuzemogelijkheid is