Woordtekens

De apostrof of weglatingsteken

Wanneer mag je een weglatingsteken gebruiken?

  • Een woord dat eindigt op 1 klinker (a, e, i, o, u, y) krijgt een weglatingsteken als we het meervoud maken of de bezitsvorm maken.
    Meervoud: bijv. 1 piano --> 2 piano’s, oma’s, auto’s, kiwi’s, baby’s.
    Bezitsvorm: de paraplu van opa --> opa’s paraplu, Leo’s fiets

    Deze regel geldt dus niet voor woorden die op ee, é, een doffe e of meerdere klinkers eindigen.
    Bijv. cafés, cadeaus, Belgiës provincies, tantes.
  • Een naam die eindigt op een sisklank krijgt een weglatingsteken in de bezitsvorm.
    de fiets van jan --> Jans fiets (+s), maar als het woord eindigt op een sisklank:
    Bijv. de gedichten van Claus --> Claus’ gedichten, Merckx’ fietsen, Lorenz’ theorie.
  • Als er een deel van een woord is weggelaten.
    Bijv. z’n, m’n, A’pen, 20 februari ’06, ‘s ochtends.
  • Afleidingen van letters, cijfers en afkortingen.
    Bijv. twee 8’en, vijf a’s, SP.A’er.
  • Bij verkleinwoorden op –y
    Bijv. baby’tje, pony’tje