Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord vind je door de volgende zinnen aan te vullen met een werkwoord: ik heb…, ik ben …, het heeft…
Bijv. Ik heb gevoetbald, ik heb gewassen, ik ben verloren, het heeft geregend.
Voor sterke werkwoorden: klik hier voor de lijst.
Je schrijft geen fouten omdat je altijd hoort wat je moet schrijven: bijv. ik heb gegeten, ik heb gelopen, ik ben geweest.
Voor zwakke werkwoorden: ge + stam + d of t
Bijv.
werken --> ik heb gewerkt --> met een ‘t’ want in de verleden tijd is het werkte.
wandelen --> ik heb gewandeld --> met een ‘d’ want in de verleden tijd is het wandelde.