Vul de zinnen aan met een voltooid deelwoord

Invuloefening

Vul de oefening in, klik op controleer om je oefening na te kijken. Gebruik de "hint"-knop om de eerste letter te krijgen. Let op: je verliest punten als je op de "hint-"knop klikt.
Opgelet: zwakke en sterke werkwoorden door elkaar!

1. Tijdens die regenbui hebben we in een grot (schuilen).
2. Je kunt niet eten omdat je te veel (snoepen) hebt.
3. Om in de zomer in een bikini te passen, heb ik maanden (lijnen).
4. Ik heb de hele nacht (doorwerken) aan die opdracht.
5. We hebben die oude posters op zolder (hangen).
6. Heb je de lottonummers (noteren)?
7. We hadden (plannen) dat we een weekje naar zee zouden gaan.
8. De directeur heeft (meedelen) dat de minister op bezoek komt.
9. Hij heeft nooit (aanvaarden) dat hij ziek was.
10. Ik heb die bloemen niet (planten)!
11. Hij heeft zich waarschijnlijk niet (wassen)
12. Hannibal Lector heeft jarenlang onschuldige mensen (vermoorden).
13. Ik had je hier nog niet (verwachten).
14. Hij had wel 5 nieuwe spelletjes (kopen).
15. Charel beweerde dat hij haar nooit had (kussen).
16. Ik heb de afspraak met de tandarts (afzeggen).
17. De directeur heeft het ontslag (meedelen).
18. Heb je al (afrekenen)?
19. Waarom heb je je baan (opzeggen)?
20. Die jongen heeft het duimzuigen nog steeds niet (afleren).
21. Ik heb een oude vriend (ontmoeten).
22. De verkoopster heeft de bloemen (inpakken).
23. Heb je dat artikel over het examen al (lezen)?
24. Ja, ik heb het (uitknippen).